Augustinus en “Het Onze Vader”
Het meest bekende christelijk gebed, het Onze Vader, is eenvoudig ontleend aan de bijbel. Zowel het evangelie van Mattheus als dat van Lucas spreken erover. Wij kennen vooral de versie van Mattheus, die iets uitgebreider is dan die van Lucas. Maar in essentie komen ze op hetzelfde neer. Het Onze Vader is een gebed met een vaste vorm, dat zijn waarde door de eeuwen heen heeft bewezen.
Johan Mulder, 27 aug. 2015
Augustinus en de vierde bede
Door de eeuwen heen is er veel geschreven over Het Onze vader. De uitleg van het Onze vader door kerkvader Augustinus is bewaard gebleven in verschillende preken en geschriften. Met de bede “Uw wil geschiede, in de hemel als ook op de aarde” zegt Augustinus, wensen we onszelf iets goeds toe. Want de wil van God geschiedt toch wel. Het is de wil van God dat de goeden heersen en de slechten worden veroordeeld. Die wil kan toch niet níét geschieden?
Maar wat voor goeds wensen we onszelf toe wanneer we zeggen: ‘Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel’? Deze bede kan op vele manieren worden begrepen en we moeten volgens Augustinus op vele dingen bedacht zijn wanneer we God smeken: ‘Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.’ ‘Daar gaan uw engelen niet tegen U in, laten wij dat hier evenmin doen’. Alle heilige aartsvaders, alle profeten, alle apostelen en alle geestelijke mensen zijn als het ware de hemel voor God. Wij zijn daarentegen, in vergelijking met hen, aarde. “Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel, in ons zoals in hen. … “
Laten we, zegt Augustinus, wanneer we die bede uitspreken, op al deze dingen bedacht zijn en al deze dingen aan de Vader vragen. De drie dingen die ik genoemd heb, geliefde broeders en zusters, de eerste drie beden, hebben allemaal te maken met het eeuwige leven. Want als de naam van onze God in ons wordt geheiligd, zal dat voor eeuwig zijn. Als zijn koninkrijk komt, waar we altijd zullen leven, zal dat voor eeuwig zijn. En als zijn wil geschiedt op aarde zoals in de hemel, zal dat op alle manieren die ik heb uitgelegd, voor eeuwig zijn (Sermo 57, 6).